当前位置:首页 > 歌词大全 > Zout歌词

Zout

Elem专辑

  • Daar
    ken je nog die plaats
    aan het lege strand
    Waar
    we ooit naar de overkant vaarden, wij elkaar
    nooit meer zagen, en jaren vervaagden
    want oeverloos kwam je nooit aan
    Blijf
    bij me als een bootje
    dat stil naast me
    drijft
    ik ben maar een meisje in't water, dat verstijft
    als een boei die me vasthoudt
    een drijfhouten mast
    zijn schip is hij kwijt
    Zout
    De zee smaakt zou koud
    Ik hou me vast aan de wind
    Ik stroom en ik droom
    dat een jutter me vindt
    Meer
    was ik als een meermin
    voor jou, je kwam
    weer,
    dreef ik dan de zee in met jou
    ik alleen
    als jij tegen me
    deint, om me heen spoelt en
    zachtjes tegen me aanmeert
    Zout
    De zee smaakt zou koud
    Ik hou me vast aan de wind
    Ik stroom en ik droom
    dat een jutter me vindt
    me meeneemt
    me droogt en belooft
    dat ik dit keer
    niet meer, nooit meer droom
    Je beeft
    Gaf je me je handen, je haren
    Ik wreef
    Ze wel tot ze gloeiden en straalden
    tot je bleef
    in de waan dat we vaarden
    Tot waar'k
    min of meermin
    het water uit dreef
    Zout
    De zee smaakt zou koud
    Ik hou me vast aan de wind
    Ik stroom en ik droom
    dat een jutter me vindt
  • Daar
    ken je nog die plaats
    aan het lege strand
    Waar
    we ooit naar de overkant vaarden, wij elkaar
    nooit meer zagen, en jaren vervaagden
    want oeverloos kwam je nooit aan
    Blijf
    bij me als een bootje
    dat stil naast me
    drijft
    ik ben maar een meisje in't water, dat verstijft
    als een boei die me vasthoudt
    een drijfhouten mast
    zijn schip is hij kwijt
    Zout
    De zee smaakt zou koud
    Ik hou me vast aan de wind
    Ik stroom en ik droom
    dat een jutter me vindt
    Meer
    was ik als een meermin
    voor jou, je kwam
    weer,
    dreef ik dan de zee in met jou
    ik alleen
    als jij tegen me
    deint, om me heen spoelt en
    zachtjes tegen me aanmeert
    Zout
    De zee smaakt zou koud
    Ik hou me vast aan de wind
    Ik stroom en ik droom
    dat een jutter me vindt
    me meeneemt
    me droogt en belooft
    dat ik dit keer
    niet meer, nooit meer droom
    Je beeft
    Gaf je me je handen, je haren
    Ik wreef
    Ze wel tot ze gloeiden en straalden
    tot je bleef
    in de waan dat we vaarden
    Tot waar'k
    min of meermin
    het water uit dreef
    Zout
    De zee smaakt zou koud
    Ik hou me vast aan de wind
    Ik stroom en ik droom
    dat een jutter me vindt